Foto: Pixabay

Zorg
Lettertypes/grootte

Artikelindex

Het corona-virus, dat eerst werd afgedaan als een banale griep, is diep doorgedrongen in ons dagelijks leven. De impact is wereldwijd. Ook in ons dagelijks leven en op het werk moeten we rekening houden met  COVID-19. De ACOD verzamelde getuigenissen van op de werkvloer.

Eric – de spoedverpleegkundige

Vooraleer de pandemie uitbrak las ik het boek “De mensen deugen” van Rutger Bregman. Hij schrijft dat bij grote gebeurtenissen zoals oorlog, natuurrampen, pandemie, … de mensheid elkaar zal steunen, helpen en vertrouwen met alle middelen.


Ik heb dit mogen ervaren in mijn instelling, waar ik al 35 jaar als spoedverpleegkundige werk in een openbaar ziekenhuis. Vrij vroeg werd de ernst ingezien en in no-time werden de protocollen en uitrol voorzien over heel het ziekenhuis. De professionele en enthousiaste instelling, gaande van poetsvrouw tot algemeen directeur, was hartverwarmend. Let wel, er is menig traantje gevloeid en gevloekt als het niet mee zat.


Veel lof aan ons vanwege de plaatselijke bevolking en handelaars met kleine en grote attenties. Dank u daarvoor, dit doet deugd!
Maar wat na de pandemie, als de strijd is gestreden? Wie gaat er voor de zorgmedewerkers zijn? Hoe gaan zij uit deze rampspoed komen, psychisch en fysisch? Ik hoop dat we er gelauwerd uitkomen. Met respect voor elkaar en voor ALLE openbare diensten!


Aan alle politici die nu enthousiast staan te applaudisseren voor de hulpverleners: zorgmedewerkers deugen! Beseffen jullie dat ons bobijntje al lang af is? De besparingen in de zorgsector moeten nu stoppen! Wie van jullie heeft de durf en het politiek fatsoen om ons te erkennen als zwaar beroep of laten jullie ons weer in de kou staan?? 


Mieke – de begeleidster kinderopvang

Als begeleidster in de stedelijke kinderopvang heb ik me heel onbeschermd en onbetekenend gevoeld in deze coronacrisis. De media praat veel over “de zorg” maar nooit met betrekking tot de kinderopvang. We krijgen begrip van familie en vrienden, maar weinig weerklank in de media.

Als kindbegeleidster de stempel “een BEREKEND RISICO” krijgen, weegt zwaar op mijn en onze schouders. Dit geeft het gevoel nietsbetekenend te zijn. Het niet verkrijgen van een lagere normbepaling door Kind en Gezin geeft ons sowieso een gevoel van respectloosheid, dit ten aanzien van in de eerste plaats de kinderen maar ook van onszelf als kindbegeleider(s).

De kinderopvang moest ter beschikking blijven van de ouders en kinderen. Ook voor thuiswerkende ouders die hun kinderen wilden brengen. Weigeren mocht niet van Kind en Gezin.
Dus namen we onze verantwoordelijkheid op voor de essentiële beroepen en omdat grootouders een risicogroep zijn. Maar er is veel bezorgdheid over de eigen veiligheid, die van onze kinderen, partner en familie.

De maatregelen zijn heel streng voor burgers. Er wordt geijverd voor beschermingsmiddelen voor de verpleging. In de kinderopvang was er enkel de opdracht om vaak je handen te wassen en het materiaal te reinigen. Social distancing, afstand nemen van baby’s, peuters (met of zonder verkoudheden) lukt zeer moeilijk/niet in ons beroep, dit door het fysiek contact tijdens de verzorging en de eetmomenten.

Toen de mondmaskers, die voorhanden waren in navolging van de federale richtlijnen, werden weggehaald ten voordele van het ziekenhuispersoneel, was er echt paniek onder de collega’s. Na tussenkomst van ACOD LRB kwamen er gelukkig snel oplossingen. Diverse stadsdiensten en kindbegeleiders (ook ikzelf) maakten mondmaskertjes voor onze verschillende locaties.

Op de vraag wie noodopvang nodig had, hielden uiteindelijk meer ouders hun kind(eren) thuis. We werkten om beurten en voelden ons iets veiliger. Maar telkens ik of mijn collega’s een kind verzorgden of eten gaven was er toch de onderliggende angst om besmet/ziek te worden. En toen het bestuur besliste om de opvang te concentreren in een beperkt aantal locaties, was er terug paniek. Opnieuw kwam ACOD LRB tussen. Het bestuur zorgde voor het scheiden van groepen en stuurde maatregelen bij. De onrust ging liggen en we voelden ons gehoord. Toch blijft de stress de overhand nemen want het aantal kinderen loopt terug op en we worden ingezet in andere diensten.

Ik heb veel gehad aan de info die ik als afgevaardigde kreeg van ACOD-LRB zoals de checklist/pamfletten om mee aan de slag te gaan. We werken SAMEN als vakbond met het bestuur aan deze crisis om de leden op de werkvloer alle bescherming te geven en er voor hen te zijn. Ikzelf mocht ook hier ondervinden dat je als afgevaardigde een grote steun bent voor collega’s, simpelweg door te luisteren, gerust te stellen en antwoorden/oplossingen te bieden waar kan. De paniek in de eerste weken heeft me wel wat onvoorbereide vakbondsdagen bezorgd in pyjama. Maar: niets wat je doet voor kinderen of de samenleving is ooit verspild.

 


 

Martine – de medewerkster woonzorgcentrum

Wat kan de situatie snel veranderen… of hoe het kan verkeren, zoals Bredero zei.

In februari staakten we nog tegen de aangekondigde besparing in de zorg, een maand later zijn we de helden van de natie. En toch zijn wij, de personeelsleden van de zorg, verpleging/verzorging, onderhoud, administratie, ergo, animatie, kine, morele/pastorale consulenten, zorgcoördinator, directie, kok, … er niet van overtuigd dat wij helden zijn.

Wij geven de bewoners dezelfde kwaliteitsvolle zorg die we altijd al gaven, maar het is jammer dat er een crisissituatie nodig is om dit door de politici/buitenstaanders te laten beseffen. Voor alle personeelsleden op de afdelingen komt er nu extra psychologische werkdruk bij kijken, omdat zij blootgesteld worden aan onzichtbare maar levensbedreigende gevaren en dit zonder de nodige juiste middelen zoals mondmaskers, handgels, handschoenen, …

Zeggen dat het onze teamgeest versterkt is sterk uitgedrukt, want sommige personeelsleden blijven thuis omdat ze niet kunnen omgaan met de psychologische werkdruk die deze crisissituatie teweegbrengt. Sommigen hebben daar begrip voor, maar anderen weer niet en vinden het eerder egoïstisch.

Er wordt voor onze bewoners zoveel mogelijk gezocht naar oplossingen, om toch maar het contact met de familie te behouden, zoals telefoneren, skypen of de binnentuinen openstellen zodat de bewoner vanuit het wzc toch eens de familie kan zien.

Omdat wij als administratie nu niet op de afdelingen mogen komen, is ook voor ons het wegvallen van contacten met bewoners en familie een aanpassing. Wij regelen nu ook het “wasgebeuren” naar de familie toe. We bellen wanneer er vuile was is of propere strijk nodig is. Ook de toepassing van de corona-maatregelen over het toelaten van buitenstaanders wordt door ons streng in het oog gehouden.

Samen sterk? Nu wel ja … maar hopelijk ook na de crisis…

Een kreet aan het politiek landschap: geen woorden maar daden! In plaats van de mensen in de zorg “helden” te noemen, zou men beter de geplande besparingen in de zorg schrappen en meer budget voorzien voor de zorgsector.

Hopelijk stellen we na de coronacrisis niet vast dat we terug “from hero to zero" gaan?!

Lees ook:

Getuigenissen uit gemeenten: Louise, projectleider - Danny, dierenoverlastbeheerder

Getuigenissen uit OCMW-diensten: Sabine, sociaal assistente - Stijn, cateringplanner

Getuigenis Politie: Tom, wijkinspecteur

Getuigenis Brandweer: Dirk, verpleger-brandweerman