Actueel
Lettertypes/grootte

Bij besluit van 20 januari 2023 heeft de Vlaamse regering de nieuwe rechtspositieregeling goedgekeurd. Om deze door te drukken, bedient Bart Somers zich van leugens en andere verzinsels. Hieronder enkele van zijn leugens en de feiten op een rijtje. 

LEUGEN: De Vlaams Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) staat daar [de nieuwe rechtspositieregeling] 100 procent achter.

FEIT: Tijdens de onderhandelingen was er een consensustekst overeengekomen tussen de vakorganisaties en de VVSG; trouwens met alle werkgeversvertegenwoordigers. Deze tekst werd van tafel geveegd door de
gepolitiseerde Raad van Bestuur van de VVSG. Lees: de Vlaamse Regering heeft de raad van bestuur van de VVSG onder druk gezet om de consensustekst, die eerst door de onderhandelaars van de VVSG goedgekeurd was, terug
van tafel te vegen en akkoord te gaan met de tekst van de Vlaamse Regering. Deze bocht moest genomen worden als compensatie voor de 1,6 miljard Vlaams belastinggeld dat moet dienen om de zelf gecreëerde schuldenlast
(onverantwoordelijk beheer pensioenlast) van de lokale besturen wat te verlichten. De Vereniging Vlaamse Provncies (VVP) ging niet akkoord met het besluit. 

LEUGEN: Er waren in het verleden maar liefst 500 artikels in 7 verschillende besluiten. We hebben dit kunnen reduceren tot 1 besluit met slechts 82 artikels.

FEIT: Er blijven bepalingen van toepassing uit het Besluit Vlaamse Regering (BVR) Rechtspositieregeling G uit 2007 en uit het BVR Rechtspositieregeling O uit 2010, en in plaats van het Ministrieel Besluit over de lijst met de erkende diploma's wordt bijlage 2 van het Vlaams Personeelsstatuut van toepassing verklaard. Het reduceren is dus niet van 7 naar 1 besluit, maar van 7 naar 4 besluiten. Regelgeving die voorheen in verschillende artikels werden ondergebracht, werden nu samengevoegd in 1 artikel. Van 500 naar 82 artikels gaan is dus eigenlijk "boerenbedrog". 
De artikels zijn ook enorm lang. Dat kan je al zien aan bv. de eerste 4 artikels die telkens 1 of meerdere bladzijden beslaan.

LEUGEN: De procedure ligt helemaal vast. Er is een schriftelijk examen en tegelijk een interview. Het schriftelijk examen moet uit drie delen bestaan.

FEIT: Dit staat nergens in het huidige BVR van 2007. Er wordt enkel bepaald dat de raad de algemene regels voor de selecties vaststelt (art. 18). Elk bestuur koos dus zelf uit hoeveel delen het schriftelijk examen moest bestaan.

LEUGEN: Je hebt een lokaal bestuur dat iemand moet aanwerven. Dat wordt door de regels bepaald die Vlaanderen dicht gebetonneerd heeft, en die voor alle steden en gemeenten dezelfde zijn. Voor de gemeente Haren zijn die dezelfde als voor de stad Leuven, voor de stad Antwerpen zijn die dezelfde als voor Duffel, […]. Ze moeten op dezelfde manier werken, volgens dezelfde regels.

FEIT: Elk bestuur had de mogelijkheid om zelf de eigen regels vast te stellen. Er waren enkel waarborgen ingebouwd omwille van de objectiviteit (1/3 van de jury moest extern van het bestuur zijn). Dit wordt nu verlaten.

LEUGEN: Vandaag zijn we nog bezig met een diplomafetisj op basis van de huidige rechtspositieregeling. In de toekomst gaan we elders verworven competenties in beeld kunnen brengen.

FEIT: Men kon op basis van het huidige BVR RPR van 2007 ook kandidaten aanwerven die niet over het vereiste diploma beschikten. Dit indien ze slaagden voor een niveau- of capaciteitstest; of beschikten over een ervaringsbewijs uitgereikt door Vlaanderen; of beschikten over een attest van een beroepsopleiding die de kandidaat gevolgd had bij een door de Vlaamse Regering erkende instelling. Het kon dus al, maar het was geregeld en geobjectiveerd. Nu is het voldoende (als men er als bestuur voor kiest) om te voldoen aan de subjectieve “ervaringsvereiste”.

LEUGEN: We zijn bijvoorbeeld een stad die geïnteresseerd is in cultuur, we missen te veel mensen op cultuur en we willen daar meer op inzetten. Wel, dan kunnen we die mensen meer belonen. Iemand anders zit meer met een probleem van ruimtelijke planning, die gaat daar meer op kunnen inzetten. Dat gaan we allemaal kunnen doen. Vandaag is dat onmogelijk en men vraagt dat al jaren.

FEIT: Men kon als bestuur perfect de functies koppelen aan graden en rangen en die vervolgens zelf koppelen aan functionele loopbanen.

LEUGEN: Derde voorbeeld: de enige manier waarop we vandaag mensen kunnen verlonen, is op basis van anciënniteit. Hoe ouder je wordt, hoe meer je verdient, hoe langer je werkt, hoe meer je verdient. Maar iemand die echt zijn best doet en bovenmatig presteert, kunnen we niet belonen. 

FEIT: Het doorschalen naar de volgende salarisschaal van de functionele loopbaan was op basis van een gunstig evaluatieresultaat (dus iemand die zijn best doet).
Bij een ongunstig evaluatieresultaat had men geen recht op de volgende salarisschaal van de functionele loopbaan (zie art. 47 BVR 2007). Ook iemand die bovenmatig presteerde kon men belonen via bv. een functioneringstoelage (zie o.a. art. 152 BVR 2007).

LEUGEN: Wat het kaderbesluit over de rechtspositieregeling betreft, dat is niet in strijd met de Europese richtlijn 1158 van 2019 inzake werk-privébalans.

FEIT: Het besluit is op meerdere punten met artikel 11 van de EU-richtlijn in strijd. In het besluit is het bijvoorbeeld mogelijk om personeelsleden die ouderschapsverlof hebben genomen minder gunstig te behandelen met betrekking tot de opbouw van de jaarlijkse vakantiedagen (zie artikel 53, tweede lid van het besluit), het vakantiegeld (zie artikel 35, §1,tweede lid van het besluit) en de eindejaarspremie (zie artikel 37, tweede lid van het besluit).

LEUGEN: Wat de oppositie hier zegt, is totaal onjuist. Er was geen akkoord tussen de VVSG en de vakorganisaties. Dat was absoluut niet het geval.

FEIT: Er was een consensustekst tussen de onderhandelaars van de vakorganisaties en die van de VVSG. Die consensustekst bestaat.

LEUGEN: Er zijn hier in Vlaanderen gemeenten met 5000 inwoners. Er is een stad met meer dan 500.000 inwoners. Die werken binnen hetzelfde statuut. Dat gaat toch niet? Dat is toch niet vol te houden?

FEIT: Besturen hadden de mogelijkheid om een eigen statuut te schrijven binnen de contouren van het huidige BVR van 2007.

LEUGEN: En we zorgen er daarmee voor dat gemeenten net meer autonomie hebben om de continuïteit van de dienst te kunnen verzekeren, want ze vinden vandaag geen personeel. En ze gaan gemakkelijker personeel kunnen vinden.

FEIT: De lokale besturen gaan niet gemakkelijker personeel kunnen vinden. Sommige besturen misschien wel, maar dat zal dan ten koste gaan van de andere besturen. Bart Somers vergeet dat hij minister is van alle besturen en niet alleen van de besturen met meer middelen. Zie onevenredige verdeling middelen Gemeentefonds.

LEUGEN: En ten tweede, daardoor ontstaat een zekere concurrentie en competitiviteit. Is dat slecht voor de werknemer op een moment van schaarste op de arbeidsmarkt, dat de ene gemeente meer moet bieden dan een andere gemeente, om een personeelslid te vinden?

FEIT: Concurrentie en opbod zijn niet beter voor alle werknemers in de lokale sector. Dit druist in tegen het algemeen belang en tegen de dienstverlening van alle lokale besturen. Het afsnoepen van een ambtenaar bij elkaar door betere arbeidsvoorwaarden komt nooit ten goede van alle lokale besturen en alle personeelsleden. De bikkelharde concurrentiestrijd duwt de lokale besturen in chaos.

Bart Somers liegt tegen het Vlaams parlement en bedriegt de bevolking.

Actie

Somers woonde de start van het congres lokale en provinciale politiek bij op 13 maart 2023 aan de Universiteit Gent en werd er opgewacht door militanten van de drie representatieve vakbonden. Zij deelden aan de ingang een pamflet uit met antwoorden op de leugens van Somers. Na de actie informeerde Willy Van Den Berge op een comitévergadering de aanwezige militanten over de verdere stappen in de actuele dossiers.

Download het pamflet  pdf 20230313 pamflet Gent Bart Somers liegt (259 KB)

Bekijk de foto's.