Op 11 juni 1942 gaf Adolf Eichman het bevel tot deportatie van Joden onder het mom van verplichte tewerkstelling. De eerste grote razzia in Antwerpen vond plaats in de nacht van 15 op 16 augustus 1942. Van hogerhand werd de politie verplicht om hieraan mee te werken. Er werden 845 joodse inwoners opgepakt waaronder 261 baby’s en kinderen. Het was een omstreden en donkere bladzijde in de geschiedenis van de Antwerpse politie.
Maar de geschiedenis heeft ook een ander gezicht: dat van het verzet.
De tweede Antwerpse razzia op 27 augustus mislukte gedeeltelijk. Politieagenten van Deurne, Berchem, Borgerhout en Zurenborg dwarsboomden de plannen van hun oversten. Onder hen Jos Veerman en Frans Van Heymbeeck, beiden lid van de weerstand.
Joodse families werden vooraf gewaarschuwd of de agenten vroegen inwoners zich te verstoppen en deden alsof ze niemand hadden aangetroffen.
In Brussel was er slechts één klopjacht omdat de oorlogsburgemeester Jozef Coelst weigerde zijn manschappen in te zetten.
Netwerk van de weerstand
Jos en Frans waren twee schakels in een heel netwerk van politieagenten van Deurne betrokken bij het verzet.
Ze ontvreemden wapens en springstof, stalen rantsoeneringsbonnen en identiteitskaarten, saboteerden telefoon- en verbindingsleidingen. In het Rivierenhof en in de gemeentelijke werkplaats Drie Torekens – nog steeds een werklocatie van de stad – legden ze geheime wapenopslagplaatsen aan. Ze dynamiteerden de brug tussen Deurne en Merksem, hadden radioverbinding met de Britse inlichtingendienst en speelden belangrijke info door over de Duitse activiteit in de luchthaven van Deurne.
Ze kregen hulp van ander gemeentepersoneel zoals juffrouw Boon, de verpleegster-vroedvrouw van de Commissie van Openbare Onderstand (voorloper van het OCMW).
Op 14 en 15 januari 1944 wordt een groot deel van het netwerk door de nazi’s opgepakt. Zo ook Jos Veerman. Op 14 januari om 14u30 beuken Duitsers zijn deur in. Hij vlucht nog via de tuin maar wordt daar opgewacht en hardhandig gearresteerd. Het is de start van een lijdensweg waar geen woorden voor zijn.
Nacht und Nebel
Hij doorstaat de martelingen en ontberingen van Breendonk, wordt overgebracht naar de Begijnenstraat en later de gevangenis van Sint Gillis, met een iets humaner regime. Op 21 mei volgt zijn deportatie met een geblindeerde trein richting Polen. Hij belandt in Gross Strehlitz: “geen uitroeiingskamp maar een tuchthuis, waar tegenstanders van het naziregime, uit alle landen werden opgesloten ter afwachting van hun veroordeling. (…) Er waren drie mogelijkheden: gefusilleerd, opgehangen of onthoofd worden.” Maar er komt geen veroordeling. Later verneemt hij waarom: Hitler gaf bevel om een speciale strafklasse op te richten voor politieke gevangenen met als doel hen spoorloos te doen verdwijnen. Zo werd Jos Veerman samen met andere verzetsmensen een Nacht und Nebel-gevangene. Hun bestemming: gruwelkamp Gross-Rosen in opper Silezië (nu Polen).
“Onder mijn lotgenoten bevonden zich de procureur van Hasselt, dhr. Leynen, baron Breuls uit Brussel, negen Belgische kolonels waaronder Bastin, twintig commandanten, politiebeambten van Deurne en Borgerhout, leden van de Witte Brigade, sector Oostende, Berchem en Leuven, verscheidene rijkswachters, postbeambten en pastoors. De meeste van hen zouden niet terugkeren.”
Ontbering, koude, zware dwangarbeid, uitputting, sadistisch geweld, epidemieën… dagelijks sterven medegevangenen.
Wegrotten in Dora en Nordhausen
Op 8 februari 1945 gaat het opnieuw de trein op, dagenlang in bittere kou. De ontmenselijking is compleet. Gevangenen worden krankzinnig. Van de 70 gevangenen in de wagon waar Jos zit, komen er misschien 20 levend aan. De bestemming: Dora, een enorm tunnelcomplex met nevenkampen waar de V1 en V2 worden gebouwd. Jos is totaal verzwakt, ondervoed en ziek. Op 26 maart 1945 volgt een laatste bestemming, Nordhausen, een nevenkamp voor wie te zwak is om in de tunnels van Dora te werken. De wachtkamer voor de dood.
Terugweg uit de hel
3 en 4 april 1945 wordt Nordhausen door de US Air Force gebombardeerd in de veronderstelling dat het een munitiedepot is. Vele gevangenen komen om. De muur naast zijn bed wordt weggeblazen, maar Jos wordt als bij wonder niet geraakt.
In de late namiddag van 12 april 1945 bereiken de eerste Amerikaanse soldaten het kamp. De bevrijding is een feit. 2.100 gevangenen zullen na de bevrijding toch nog sterven door alle ontberingen die ze hadden ondergaan. Ook Jos’ toestand is kritiek. De vroegere ‘boom van een vent’ weegt nog 35 kilo en is te zwak voor de terugreis naar Antwerpen.
Uiteindelijk zullen met hem 7 Deurnese collega’s uit de kampen terugkeren. De andere 35 niet.
Eren en niet vergeten
Ben Michiels, kleinzoon van Jos Veerman, schreef het levensverhaal van zijn grootvader neer in het boek ‘Bruine suiker’. Ben is zelf ook politieagent.
Het Vredesmonument op het Wim Saerensplein herdenkt de 43 politieagenten uit Deurne. Jaarlijks is er plechtigheid op 14 januari.
In Antwerpen komen meer initiatieven om het verleden niet te vergeten: herdenking van de razzia’s door buurtbewoners van Zurenborg, de struikelstenen aan de huizen van gedeporteerde bewoners,…
Het politiekorps van Deurne is niet het enige dat in verzet gaat en arrestaties ondergaat. In Breendonk komen politiemensen van Charleroi, Leuven, Herent,… Onder hen ook Victor Trido, de politiecommissaris van La Bouverie (Borinage) en medestander van Emile Maufort.
Bronnen
Ben Michiels, Bruine Suiker, eigen uitgave, 2017
Jos Vander Velpen, Brendonk – Kroniek van een vergeten kamp, EPO, 2020
Victor Trido, Het kamp van de sluipenden dood, uitgeverij J.Dupuis, 1944
Lees ook de andere verhalen uit de reeks WOII – Collega’s in verzet
Brandweerman Emile Maufort neemt deel aan spectaculaire roof
Verpleegster Andrée De Jongh evacueert Britse piloten naar Spanje
Zorgpersoneel Good-Engels en Erasmusziekenhuis redt Joodse weeskinderen
Foto’s: de 3-Torekens | het Vredesmonument in Deurne







