Kreeg je van ACOD LRB zaadjes van Oost-Indische kers dan vind je hier de zaai-instructies en kenmerken.
Kenmerken: Oost-Indische kers is een eenjarige plant, die zichzelf verder uitzaait. Ze vraagt weinig verzorging. Ze groeit best in volle grond of een grote bloembak. De bloemen variëren van rood, oranje tot geel. Bloemen en bladeren zijn eetbaar.
Zaaien: Dit kan vanaf de maand mei op een zonnige plaats. Steek de zaden 1 centimeter diep en houdt de grond licht vochtig tot de ontkieming. De planten groeien vlot, hou daarom 30 à 40 centimeter afstand tussenin.
De plant zaait zichzelf weer uit. Je kan na de bloei zaden overhouden om weer elders te planten. Heb je geen tuin of balkon, zaai het in een berm in de buurt. Het zakje met zaad kan je ook volgend jaar nog gebruiken.
Groei en bloei: Oost-Indische kers groeit rankend in lange slingers. De bloeitijd loopt van juni tot oktober. Krijgt de plant veel zon dan zijn de bladeren kleiner en is de bloei rijker. Is er meer schaduw dan zullen bladeren groter zijn en komen er relatief minder bloemen.
Verwerking: bloemen en bladeren zijn eetbaar. Je kan er je salades mee opfleuren of thee van maken. Pluk bloemen vlak voor gebruik. Vers zijn ze op hun best. De smaak van de bladeren is eerder pittig.
Beschermend: Oost-Indische kers heeft helende en beschermende eigenschappen. In Peru wordt de plant al 8000 jaar gebruikt voor wondheling. Het is een natuurlijk antibioticum.
De plant scheidt wortelzuur af, een middel tegen blad- en wolluizen. Omliggende planten en struiken nemen de stof mee op en worden daardoor mee beschermd.