In de Week van de kinderopvang zet ACOD LRB graag het personeel uit deze deelsector extra in de kijker. We vragen aandacht voor drie belangrijke speerpunten in het belang van de kinderen, de ouders en de medewerkers.
Enkel een publieke kinderopvang kan de sleutelrol van lokale besturen waarmaken
Zorg voor elkaar is de lijm die een samenleving samenhoudt. Het meest fundamentele hierbij is de zorg voor onze kinderen. Ieder kind verdient het om op te groeien in de beste omstandigheden. Daar valt of staat onze toekomst mee. Net daarom is de opvoeding van onze kinderen een gedeelde verantwoordelijkheid die we voor elkaar opnemen.
Althans, zo zou het moeten zijn.
Ouders en begeleiders onder druk
Onze manier van leven staat vandaag in het teken van werk en carrière. Gezinnen staan onder druk om steeds meer en langer te presteren. Hoe je dat moet combineren met de zorg voor opgroeiende kinderen is maar de vraag?
Het bedrijfsleven verwacht dat er in kinderopvang wordt voorzien terwijl de sector al decennia lang wordt ondergewaardeerd. De middelen zijn ruim ontoereikend. Voor werkgevers mag de creatie van opvangplaatsen niet te veel kosten want dat zou niet goed zijn voor “de economie”. Dus besliste men in 2014 de ratio op te trekken naar 9 kinderen per begeleider. In de buitenschoolse opvang is die ratio zelfs 14 kinderen per begeleider.
De verhoging van de werkdruk leidde tot uitputting van de mensen op het terrein en een grote uitstroom van personeelsleden. Mede daardoor zijn er minstens 9.000 en volgens sommige inschattingen zelfs 15.000 plaatsten tekort in de Vlaamse kinderopvang.
Ouders en personeel verdienen beter!
We hebben een samenleving nodig waarin gezinnen en kinderopvangverblijven (h)echt samen verantwoordelijk zijn voor de sociale, emotionele, cognitieve en motorische ontwikkeling van onze meest kostbare medeburgers. Kinderopvang moet een recht worden waarop alle ouders en kinderen beroep kunnen doen.
Een universele basisvoorziening
Zoals bij alle rechten is het ook aan de overheid om dit recht op kinderopvang te waarborgen. De kinderopvang en de buitenschoolse opvang moeten daarom uitgroeien tot een universele basisvoorziening.
Een recht op kinderopvang wil in de praktijk zeggen dat we streven naar een kinderopvangaanbod ook in kwetsbare wijken met lagere inkomens en hogere werkloosheid. Net daar hebben kinderen er het meeste baat bij.
Lokale besturen spelen een cruciale rol om die sociale dekkingsgraad te realiseren. We willen een kwaliteitsvolle, toegankelijke, duurzame en leefbare kinderopvang voor elk gezin realiseren. In onze visie is er geen plaats voor privatisering en commercialisering. Alles van waarde gaat verloren als we de zorg voor onze kleinsten uit handen geven en overleveren aan het winstbejag van commerciële en financiële spelers.
Daarom vraagt ACOD LRB dat lokale besturen:
- ten volle de actorrol opnemen door de uitbouw van openbare voorzieningen in eigen beheer.
- bijkomende plaatsen creëren en financieren in de openbare kinderopvang en buitenschoolse opvang, in een kwalitatief kader waarin het aangenaam werken is.
- de sociale ongelijkheid tegengaan door kinderopvangplaatsen te realiseren in kwetsbare wijken, waar ze nog meer het verschil maken voor de toekomst van kinderen.
- inzetten op intergemeentelijke samenwerking door bijvoorbeeld in kader van een welzijnsvereniging gemeenschappelijke initiatieven te ontplooien.
- druk uitoefenen op de Vlaamse overheid om zo snel mogelijk subsidies toe te kennen voor de plaatsen die gefinancierd worden met lokale middelen.
- geen subsidies geven aan commerciële initiatieven ten koste van de eigen openbare voorzieningen en hun medewerkers.
Blijven ijveren voor minder kinderen per begeleider
We willen een kwaliteitsvolle, betaalbare, toegankelijke, duurzame en leefbare kinderopvang voor elk gezin realiseren.
Sinds kort is de ratio verlaagd naar 7 kinderen per begeleider in gemengde groepen. In groepen met alleen baby’s is dit 5 kinderen per begeleider. De ratio blijft zeker voor de gemengde groepen nog te hoog.
In de buitenschoolse opvang is de situatie nog nijpender. Daar zal de ratio vanaf 1 januari 2026 opgetrokken worden naar 18 kinderen per begeleider.
Veel meer dan wassen en plassen
Door een blijvend hoge werkdruk kunnen kindbegeleiders momenteel alleen maar de basiszorgen verschaffen. Daar lijkt het bedrijfsleven en de overheid genoegen mee te nemen. De zogenaamde economische functie van de kinderopvang staat centraal.
Kinderopvangverblijven en de buitenschoolse opvang zijn geen magazijnen waar kinderen ‘bewaard’ worden zodat de mama’s en papa’s kunnen gaan werken. Het zijn plaatsen waar kinderen alle kansen horen te krijgen om uit te groeien tot volwaardige mensen. Het welzijn van onze kinderen is het welzijn van de volwassenen van morgen.
Geef ons weer de tijd!
Het beroep van kindbegeleider draait rond meer dan groentepapjes geven en luiers verversen. Voor kinderen zorgen is maatwerk, géén bandwerk. Kindbegeleiders moeten de tijd krijgen om een hechte relatie met het kind op te bouwen. Want betekenisvolle contacten zorgen voor kinderen die zich geborgen en ondersteund voelen.
De begeleiding van kinderen met extra zorgnoden verloopt vandaag niet optimaal. In de buitenschoolse opvang zijn er tegenover vroeger meer kinderen die nog niet zindelijk zijn en meer kinderen met een beperking. Maar er zijn geen extra handen. De eerste duizend dagen zijn nochtans cruciaal. We kunnen het ons niet veroorloven dat kinderen al op jonge leeftijd trauma’s oplopen.
Voor velen is werken in de kinderopvang en buitenschoolse opvang meer dan een carrière. Het is een roeping om kinderen te helpen opgroeien. Helaas vallen veel medewerkers uit. Ze branden op door een torenhoge werkdruk. Het raakt hen in hun hart omdat ze meer willen doen voor de kinderen dan vandaag mogelijk is.
Een kwaliteitsvolle zorg en opvoeding van kinderen veronderstelt betere loon- en arbeidsomstandigheden voor onze medewerkers.
Daarom ijvert ACOD LRB voor:
- een verlaging van de begeleider-kind ratio naar 5 aanwezige kinderen per begeleider, zowel in groepen met baby’s als gemengde groepen.
- een buitenschoolse opvang waarin de ratio blijft op 14 kinderen per begeleider. Lokale besturen zijn niet verplicht om een ratio van 18 kinderen per begeleider te hanteren.
- extra verlofdagen (arbeidsduurvermindering) vanaf een leeftijd van 45 jaar.
- een betere verloning voor kindbegeleiders.
- duurzame arbeidsstatuten met oog op stabiliteit en continuïteit. Alle onthaalouders die dat wensen moeten het statuut van werknemer kunnen krijgen.
Waardering voor de expertise van de kindbegeleiders
Een kwaliteitsvolle kinderopvang in de vorm van een universele basisvoorziening vereist goed geschoolde medewerkers. Er bestaat een kwalijke neiging om de opleidingsvereisten voor kindbegeleiders naar omlaag te schalen. Terwijl het omgekeerde nodig is. Hogere opleidingsvereisten zijn nodig voor de opwaardering van een carrière in de kinderopvang en moeten zich ook weerspiegelen in betere loon- en arbeidsvoorwaarden. De twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vooruitgang op beide fronten is nodig om een carrière in de kinderopvang aantrekkelijker te maken.
De waarde van de werkvloer
Een divers beroepenveld met doorgroeimogelijkheden moet ertoe bijdragen dat mensen kiezen om een carrière uit te bouwen in de sector. De prioriteit moet gaan naar de functies die op de werkvloer het verschil maken – niet in het scheppen van een te zwaar middenkader van coördinatoren en leidinggevenden. Voor een kwaliteitsvolle kinderopvang hebben pedagogische coaches zeker hun meerwaarde. Tegelijk verdient de ervaringsdeskundigheid van onze kindbegeleiders ook respect en erkenning.
Er is nood aan een geïntegreerde samenwerking tussen de verschillende medewerkers en functies in de kinderopvang. Het pedagogische beleid mag niet boven het hoofd van kindbegeleiders uitgetekend worden. Kindbegeleiders hebben de kunde en de ervaring om een fundamentele bijdrage te leveren aan het pedagogische beleid. Voor de erkenning en waardering van het beroep van kindbegeleider is het noodzakelijk om die expertise en ervaringen maximaal te valoriseren. Tegelijkertijd dient de sector ook in te zetten op educatieve medewerkers die samen met de kindbegeleiders instaan voor de pedagogische kwaliteit, ondersteuning van kinderen met specifieke zorgnoden en kortom van goud waard zijn om de sociale functie van de kinderopvang te realiseren.
Daarom vraagt ACOD LRB dat:
- het beroep van kindbegeleider steeds vanuit de filosofie van educare benaderd wordt want kinderen helpen opgroeien omvat zowel verzorgen als (aan)leren.
- de opleiding Basiszorg en Ondersteuning behouden blijft met ook voldoende ruimte voor de pedagogische componenten en competenties van het beroep kindbegeleider.
- de komende jaren bijkomende middelen worden vrijgemaakt voor een verhoogde inzet van pedagogische coaches.
- de pedagogische coach zich kan ontplooien tot een tussenschakel, die vanuit haar wederzijdse interactie met directie en kindbegeleiders vormgeeft aan het kwaliteitsbeleid op vlak van educare.
- de uitwisseling tussen kindbegeleiders en pedagogische coachen alle kansen krijgt zodat iedereen van elkaar kan leren
- er kindvrije uren worden ingevoerd: tijd voor (team)overleg met collega’s, intervisie en reflectie, overleg met de ouders, coaching, overleg met externe partners.
Campagnebeelden





