De Regionaal Technische Commissie Jongeren van ACOD LRB boog zich over het regeerakkoord van de Arizonacoalitie. De nieuwe regels voor de inschakelingsuitkering en de toenemende flexibilisering in het werkveld zullen het voor jongeren moeilijker maken een vaste job te vinden en het hoofd boven water te houden.
Je bent jong en pas afgestudeerd, de zoektocht naar de job van je leven kan beginnen. Om tijdens die periode toch nog wat financiële slagkracht te hebben, kan je een beroep doen op het systeem van de inschakelingsuitkering. De regels van die uitkering zullen onder deze regering wijzigen.
Mooi vanbuiten, gedrocht vanbinnen
Eerst het goede nieuws: de wachttijd wordt verkort van 310 naar 156 dagen.
Je krijgt dus een snellere financiële ondersteuning als je na de studies geen job vindt. Valt de eerste job tegen waardoor je sneller terug naar nieuw werk moet zoeken, dan kan je alsnog terugvallen op de inschakelingsuitkering. Deze wordt immers opgeschort in plaats van stopgezet.
Maar nu komt de clou van het verhaal. De leeftijdsgrens van de uitkering wordt namelijk beperkt. Wanneer je vroeger drie jaar recht had, wordt dat nu slechts één jaar. Bovendien wordt de leeftijdsgrens teruggeschroefd van 30 naar 25 jaar.
Als je er dus voor kiest om langer te studeren of je doet door omstandigheden langer over je studies, dan verlies je het recht op een inschakelingsuitkering.
Daarnaast komen er verplichte evaluaties. Binnen de wachttijd moet je twee positieve evaluaties halen bij de VDAB. Wie dus niet voldoet aan bepaalde opleidings- of sollicitatiecriteria, kan een kruis maken over de uitkering. Al die beperkingen werken daarbij ook nog de sociale ongelijkheid in de hand. Als een jongere geen werk vindt of niet in aanmerking komt voor de inschakelingsuitkering kan hij/zij in grote financiële problemen komen. De vraag naar een leefloon van het OCMW zal daardoor waarschijnlijk toenemen.
Op het eerste gezicht lijken de nieuwe regels voor de inschakelingsuitkering positief te zijn. De wachttijd is korter en de
regels voor de opschorting worden soepeler. Alleen dreigt de ongelijkheid wel toe te nemen. Door de leeftijdsgrens vallen meer jongeren uit de boot en de strengere voorwaarden kunnen jongeren zonder vangnet in financiële problemen brengen.
Studentenarbeid en flexi-jobs: sociale zekerheid onder druk
Flexibilisering lijkt wel het mantra van het regeerakkoord te zijn. De uren en vrijstelling van belasting voor jobstudenten worden verhoogd. Het jaarinkomen van flexi-jobs gaat de lucht in en je mag 360 vrijwillige overuren belastingvrij presteren. In de horeca lopen de aantallen zelfs op tot 450 uur. Het voordeel is natuurlijk dat je brutoloon gelijk is aan je nettoloon.
Het is echter noodzakelijk om daar enkele kanttekeningen bij te plaatsen. Door verdere promotie van precaire arbeid zoals studentenjobs en flexi-jobs loopt de overheid inkomsten mis voor de sociale zekerheid. De druk op de sociale zekerheid neemt dus toe. Werkgevers worden ertoe aangezet om het aantal vaste contracten te beperken en zoveel mogelijk in te zetten op de goedkopere systemen. Dit maakt het voor jongeren moeilijker een vaste job te vinden.
Beperkte inschakelingsuitkering en flexibilisering: geen goed huwelijk
Door de toenemende flexibilisering en de uitbreiding van precaire arbeid zoals studentenarbeid en flexi-jobs komt er minder
geld binnen in de kas van de sociale zekerheid, waardoor het systeem nog meer onder druk komt te staan. Pas afgestudeerde
jongeren komen vervolgens op de arbeidsmarkt terecht en hebben minder kans op een vaste job. Door de beperking van de
inschakelingsuitkering dreigt daarbij ook een belangrijk financieel vangnet voor de jongeren weg te vallen.
Dit artikel kan je ook lezen in Tribune van april 2025