Dit artikel is ook te raadplegen via deze link.
- DRIES GOEDERTIER – Adviseur studiedienst ACOD
- BJORN GENS – Germanist en EU-specialist
Met de bouw van het nieuwe Sportoase-zwembad werd pijnlijk duidelijk waarom publieke dienstverlening in private handen geen goed idee is.
In Europa krijgen diverse lokale besturen weer vertrouwen in eigen kunnen. Alsmaar meer nemen steden en gemeenten de dienstverlening, die ze eerder toevertrouwden aan commerciële ondernemingen, terug in eigen handen. Een stijgend aantal van die steden wil komaf maken met de problemen die gepaard gaan met privatisering en beleidskeuzes zoals publiek-private samenwerking (PPS) en zoekt daarom naar alternatieven.
In Oudenaarde daarentegen is er nog lang geen sprake van een ommekeer. Hier blijft het stadsbestuur (Open VLD-CD&V) de publieke dienstverlening aan private uitbaters uitbesteden. Met de bouw van het nieuwe Sportoase-zwembad werd in Oudenaarde pijnlijk duidelijk waarom publieke dienstverlening in private handen geen goed idee is.
De tendens om de publieke ruimte opnieuw in eigen beheer vorm te geven wordt remunicipalisationgenoemd. Dat wil zeggen dat de dienstverlening verstedelijkt wordt en dus weer op maat van de stad gemaakt wordt. Vorig jaar al identificeerde het Transnational Institute 618 gevallen van remunicipalisation in Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Spanje.i Vooral negatieve ervaringen met PPS-constructies lagen daar aan de basis van de kentering. De publiek-private samenwerkingsstructuur waarbij marktpartijen de zeggenschap hebben over een project dat volledig gefinancierd wordt door de lokale overheid vertaalde zich in de realiteit al te vaak naar tariefverhogingen voor lokale gebruikers en een kwalitatieve achteruitgang van de dienstverlening door een achteruitgang van de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Terwijl steeds meer steden afstappen van dergelijke projecten waarbij de stad enkel de factuur maar geen zeggenschap ontvangt, bewandelde het Oudenaardse stadsbestuur (Open VLD-CD&V) het omgekeerde pad. Voor die coalitie had de opening van het nieuwe Sportoase-zwembad de kers op de taart van de legislatuur moeten worden, maar een jaar na de opening is er van de oorspronkelijke euforie nog maar weinig sprake en zal men tijdens de campagne vooral liever zwijgen over het Sportoase-project. Het zwembad staat immers symbool voor een beleid van publieke dienstverlening in private handen dat faalt in haar doelstellingen.
Concessieovereenkomst
In januari 2015 werd door de stad Oudenaarde een concessieovereenkomst afgesloten met de Groep Sportoase NV voor de bouw van een nieuw stedelijk zwembad. De stad betaalt daarvoor jaarlijks 1,27 miljoen euro over een termijn van 30 jaar, terwijl 1,15 miljoen euro het vooropgestelde bedrag was – een extra kost van bijna 3,7 miljoen euro. De onverwachte extra kosten en de bedragen die de stad voor de scholen 30 jaar lang aan Sportoase zal bijpassen op het vroegere tarief, doen de grotere kost van het zwembad al snel stijgen tot meer dan 4 miljoen euro.
Het financiële investeringsrapport werpt zo meteen ook een ander licht op de dalende publieke schuldgraad van de stad. De stad is dan wel geen lening aangegaan, maar door de extra kosten lijkt het zwembad op lange termijn wel een erg dure publieke uitgave te worden die de komende 30 jaar vastligt. Bovendien is de kapitaalkost van de Sportoase-investering van 14,05 miljoen euroii standaard hoger dan die van een klassieke publieke aanbesteding omdat private ondernemingen meestal aan minder gunstige interesttarieven lenen. Als het zwembad de komende decennia niet meer rendabel zou blijken en het faillissement zou moeten aanvragen, zou de stad Oudenaarde volgens de concessieovereenkomst verplicht eigenaar worden en dus opdraaien voor de kosten.iii Met andere woorden: Sportoase strijkt privaat de winst op, de stad Oudenaarde draagt publiek de risico’s.
De Oudenaardist betaalt (minstens) twee keer
In de realiteit vertaalt het Sportoase-zwembad zich dus naar hogere kosten voor het lokale bestuur en dat heeft ook alles te maken met een gebrek aan medezeggenschap en een gebrek aan transparantie bij de private uitbater. De nieuwe tarieven werden pas kort voor de opening van het zwembad bekendgemaakt en daar werd snel duidelijk dat een zwembeurt meer dan twee keer zo duur werd als voorheen. Zoals gevreesd was van echt overleg tussen Sportoase en de gemeenteraad absoluut geen sprake, wat eigenlijk ook al vooraf in de concessieovereenkomst te lezen stond: ‘De concessionaris (Sportoase) legt elke mogelijke wijziging van de tarieven op het overlegcomité ter kennisgeving voor aan de concessiegever (de stad Oudenaarde)’.iv Een inwoner van Oudenaarde (12+) betaalt zo €5,50 (niet-inwoner €6,50) voor een normale zwembeurt, waar vroeger €2,50 werd betaald (niet-inwoner €3,50).
Sportoase moet als commerciële speler aan de eigen winstverwachtingen voldoen, maar op het gebied van de publieke dienstverlening komt betaalbaarheid en service daardoor onder druk te staan. Omdat het stadsbestuur geen enkele autonomie meer heeft in de bepaling van tarieven en service wordt de universele toegankelijkheid als belangrijke waarde van de publieke dienstverlening aanzienlijk geschaad. Jongeren en gezinnen met een lager dan gemiddeld inkomen ervaren een veel grotere drempel om met hun kinderen te zwemmen dan vroeger en ook doorsnee gezinnen slaan die enkele zwembeurt over of zoeken hun heil in de zwembaden van de omliggende gemeenten. In die context maakte oppositiepartij sp.a er het stadsbestuur attent op dat niet eens het OK-pastarief (voor mensen en gezinnen met een laag inkomen) in het aanbod van Sportoase werd opgenomen. De OK-pas werd zo alsnog opgevist (€1,50/zwembeurt). Het solidariteitsprincipe dat gangbaar is bij de OK-pas wordt hier echter niet toegepast, omdat het niet in de overeenkomst met Sportoase is opgenomen: normaal betaalt de OK-pashouder, de stad en de uitbater elk één derde van de prijs, maar in dit geval zal de stad ook het deel van Sportoase voor eigen rekening nemen.
Ook het middenveld zegt nee
Dat de ontevredenheid niet alleen voortkomt uit de hoge tarieven voor de occasionele gebruiker werd de maanden na de opening van het zwembad snel duidelijk in het middenveld. Zo trok de aanpalende school Levensblij meteen aan de alarmbel, omdat leerlingen die nog niet kunnen zwemmen enkel gebruik mogen maken van het diepe zwembad – ook niet om te leren zwemmen, wat vroeger wel het geval was.v Enkele weken later besliste het hele Katholieke Basisonderwijs Oudenaarde met 17 scholen dat ze de zwemlessen van 3.000 leerlingen voor het lopende schooljaar onmiddellijk stopzetten, omdat de veiligheid van de leerlingen niet gegarandeerd kon worden zolang ze het ondiepe bad niet mochten betreden tijdens de zwemlessen.vi Ook het gebrek aan trapladders, een te hoge zwembadrand en gladde vloeren maakte een bezoek aan het zwembad geen sinecure.vii Op de besognes van het middenveld werd bij de bouw niet geanticipeerd. Intussen heeft Sportoase zowel de faciliteiten als de tarieven voor scholen aangepast, maar het is wel het stadsbestuur dat daarvan de kosten draagt en dus twee keer betaalt.
Beleid weer in eigen handen
Het model van publiek-private samenwerking dat Oudenaarde hanteert heeft ook verregaande gevolgen voor de brede democratische ruimte. In 2014 maakte de Jeugdraad al een masterplan voor de Donkvijver, die opnieuw in publieke handen gekomen was en naar eigen goeddunken door de stad geëxploiteerd kon worden.viii Na het uitblijven van politieke actie startten de Jongsocialisten in 2016 zelf een burgerinitiatief waarmee ze in de gemeenteraad een onderzoek vroegen naar de mogelijkheid om te zwemmen in de Donk. Het voorstel werd initieel enthousiast onthaald, maar in plaats van het beloofde onderzoek ontvingen de Jongsocialisten een clausule uit de concessieovereenkomst met Sportoase: doordat de stad Oudenaarde met Sportoase in zee was gegaan, verloor het de autonomie om op het grondgebied Oudenaarde andere zwemgelegenheden in te richten dan het nieuwe stedelijke zwembad.
In een reportage van AVS gaf de schepen toe dat Oudenaarde inderdaad in het andere geval aan Sportoase ‘veel meer zou moeten betalen’.ix Later werd tevens bekendgemaakt dat de exploitatie van de Donk via een gelijkaardige concessieovereenkomst in de handen gelegd werd van de private campinguitbater Roompot en zo kwam meteen ook een einde aan het initiatief van het middenveld en de Oudenaardse jeugd rond de Donk. Jeugdraad-leden zeiden daarover later in een onderzoek naar jongerenparticipatie van vzw Uit De Marge: ‘We durven al niet meer dromen van een jeugdcentrum. […] Van alles dat we hebben voorgesteld, is niets in huis gekomen’.x
Het Sportoase-dossier illustreert dat projecten die gerealiseerd worden aan de hand van publiek-private samenwerking de werking van het maatschappelijke leven lokaal verlammen. De komende jaren zal Oudenaarde daarmee rekening moeten houden als het de uitdagingen wil aangaan inzake betaalbaar wonen, betaalbare dienstverlening en betaalbare zorg. Binnen de marktlogica stellen marktspelers de eigen winsten boven de publieke dienstverlening en net daarom moet Oudenaarde het beleid weer in eigen handen te nemen en dus kiezen voor remunicipalisation. We kunnen en moeten in onze stad opnieuw het algemene belang laten zegevieren en de publieke ruimte terugclaimen. Dát is de inzet van de politiek in Oudenaarde, nu en in de toekomst.
i
Satoko Kishimoto, Olivier Petitjean (red.), Reclaiming Public Services: How cities and citizens are turning back Privatisation, gepubliceerd door o.a. Transnational Institute (TNI), juni 2017, https://www.tni.org/files/publication-downloads/reclaiming_public_services.pdf
ii
Dat bedrag nam concessionaris Sportoase NV in de concessieovereenkomst voor de bouw van het zwembad als investering voor zijn rekening. Cfr.’ Concessieovereenkomst voor de bouw en de exploitatie van een stedelijk zwembad te Oudenaard’, blz. 2 – getekend op 24 maart 2015.
iii
De verantwoordelijke schepen Peter Simoens (Open Vld) bevestigde dat op de gemeenteraad van 20 april 2017, zie blz. 19 op: https://www.oudenaarde.be/sites/default/files/public/stad/Bestuur_en_beleid/Gemeenteraad/BeknoptVerslag/2017/Gemeenteraad%2024%20april%202017.pdf
iv
Eigen cursivering. Cfr. Concessieovereenkomst, blz. 13, artikel 28, paragraaf 2.
v
Cfr. Het Laatste Nieuws, opgeroepen op 20 juli 2018: https://www.hln.be/regio/oudenaarde/-3-5-euro-per-leerling-in-kinderbad-onbetaalbaar~aefbcc42/
vi
Cfr. Het Laatste Nieuws, opgeroepen op: https://www.hln.be/regio/oudenaarde/-onveilig-voor-onervaren-zwemmertjes~a53410a8/
vii
Cfr. Het Nieuwsblad, opgeroepen op 20 juli 2018: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20170628_02946319
viii
Cfr. Het Nieuwsblad, opgeroepen op 20 juli 2018: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20140921_01279120
ix
Cfr. Reportage AVS, Exclusiviteitscontract Donkvijver: http://www.avs.be/avsnews/donk-geen-zwemvijver-door-exclusiviteitscontract
x
Cfr. Rapport vzw Uit De Marge, ‘Een onderzoek naar maatschappelijk kwetsbare jongeren in Oudenaarde’ (2017), blz. 38.
Deze bijdrage verscheen in de reeks Mijn Gemeente, VK 14/10