Europees onderzoek: privatiseringen, tegen welke prijs?

De Public Services International Research Unit (PSIRU) van de universiteit van Greenwich onderzocht de omvang, drijfveren en gevolgen van privatisering in de overheidssector en het EU-bestuur. EPSU, onze Europese vakbondskoepel voor openbare diensten, publiceerde er een brochure over.

De voedingsbodem

Verschillende factoren liggen aan de basis van de huidige privatiseringsdrang:

  • “Modernisering” van de openbare sector vanuit een managementfilosofie (New Public Management hervormingen) in de jaren ’70.
  • Managementfilosofie = overheidssector wordt zakelijker, invoering prestatie- en concurrentielogica.
  • Druk door de bezuinigingsmaatregelen na de bankencrisis van 2008.
  • Geleidelijke verschuiving waarbij ook kerntaken van de overheid worden overgeheveld naar de privé.
  • Vervaging van de grens tussen privé en openbare sector door eenzelfde manier van functioneren.

In sommige Europese landen heeft de privé al heel wat kerntaken overgenomen. Vaak maakt men gebruik van Publiek Private Samenwerking (PPS) of uitbesteding.

Outsourcing / uitbesteding

Outsourcing startte in de jaren ’70 met aanvankelijk eenvoudige contracten voor diensten als schoonmaak, catering en beveiliging. Dit breidde uit naar andere domeinen zoals gezondheidszorg, maatschappelijk werk, HR, ICT… Ook de complexiteit van dienstenpakketten nam toe met leasing.

Gevolgen van outsourcing:

  • Dure consultancy.
  • Contractvoorwaarden met weinig flexibiliteit.
  • Minder politieke controle.
  • Gebrek aan coördinatie.
  • Niet noodzakelijk goedkopere dienstverlening.
  • Kwaliteitsverlies.
  • Overheid verliest de vaardigheden en ervaring om de diensten intern te leveren.

Inhuren van consultants

Aanvankelijk werden consultants ingehuurd voor specifieke adviezen. De New Public Management hervormingen veranderden die visie. De private markt zou het meest doeltreffend middel zijn om openbare diensten te verlenen, en dus niet de regering van een land. Na de financiële crisis in 2008 en de bezuinigingen nadien werd de rol van consultancy uitgebreid. Zij ondersteunden besturen met een beleid gericht op privatiseringen, PPS’s en de digitalisering van de overheden.

De argumenten om beroep op consultancy te doen, waren:

  • Imago dat ze onafhankelijk en neutraal zijn.
  • Externe deskundigheid zou herstructureringen vergemakkelijken.
  • Externe kennis inhuren zou goedkoper zijn dan interne bekwaamheid op te bouwen.

Er ontstond een contradictie: men huurde dure consultants in om elders te besparen. De deskundigheid van het eigen personeel werd genegeerd. Uit onderzoek blijkt dat consultancy leidt tot meer consultancy want zij verleiden met verkoop- en reclametechnieken en maken de overheden verslaafd aan hun diensten. Onderzoekers waarschuwen voor de risico’s waarbij overheden afhankelijk worden van consultancy. Die afhankelijkheid leidt er ook toe dat overheden meer en meer de belangen van de privésector gaan vooropstellen. Vandaag zijn we op een punt gekomen waarop consultancy zowel nationaal als op EU-niveau kerntaken van openbare besturen en beleidsontwikkeling hebben overgenomen.

(Slechte) ervaringen in Europese landen

In vele landen groeit de consultancysector. In het Verenigd Koninkrijk behoort deze tot de grootste ter wereld. Deze trend keerde vanaf 2010 in Oostenrijk nadat een project voor de hervorming van de overheid de sector in diskrediet bracht.

In Frankrijk was er een openbaar onderzoek naar het gebruik van consultancy door het ministerie van Volksgezondheid om de coronapandemie te beheersten. Dit onderzoek was vernietigend. Op 19 januari 2022 werd aangekondigd dat het ministerie niet langer automatisch een beroep zal doen op consultants. 15% van het budget voor consultancy werd geschrapt.

In het Verenigd Koninkrijk waren privébedrijven betrokken bij de digitalisering in de nationale gezondheidszorg voor het beheer van de zorgdossiers. In 2008 bleek echter dat het project was mislukt omdat het geen klinische functies omvatte. Er was bovendien een gebrek aan betrokkenheid van het personeel dat de technologie moest gebruiken. Consultants huurden jaren later een AI-bedrijf in, eigendom van Google, om software te ontwikkelen voor patiëntengegevens. Resultaat? Zonder medeweten van de patiënten werden ruim 1,6 miljoen gezondheidsdossiers overgezet naar door Google gecontracteerde servers.

Oprichten van overheidsbedrijven

Dit is geen zuivere privatisering gezien de onderneming in handen blijft van de overheid. De onderneming wordt wel geleid als een privé-onderneming en moet concurrentieel zijn.

Ervaring Oostenrijk waar ook universiteiten, musea en werkloosheidsdiensten in een overheidsbedrijf kwamen. Doel was te bezuinigingen, personeel in te krimpen en winst te maken.

Realiteit:

  • Zelden werd winst gemaakt.
  • Kosten waren hoger.
  • Extra bureaucratie.
  • Directeurs kregen macht en de democratische controle ging verloren.
  • Loonongelijkheid groeide: managers verdienden meer, werknemers minder dan in de traditionele overheidssector.
  • Dienstverlening werd duurder.

Privaat Publieke Samenwerking (PPS)

Resultaten uit onderzoek o.a. verslag van de Europese Rekenkamer 2018:

  • De overheid draagt het risico, niet de publieke partner.
  • Duurder dan projecten 100% in handen van de overheid.
  • Besparingen op de dienstverlening, lagere kwaliteit.
  • Projecten lopen vertraging op en budget wordt overschreden.
  • Risico op corruptie.

Digitalisering

Vandaag heeft Europa één van de hoogste niveaus van e-governmentontwikkeling in de wereld. Naast de voordelen (vereenvoudiging administratieve processen, lagere overheadkosten) worden overheden meer afhankelijk van IT-bedrijven. Hoge kosten voor infrastructuur en technologie zorgen uiteindelijk voor een hogere eindfactuur. Dit hypothekeert andere investeringen.

De toenemende afhankelijkheid van digitale technologie houdt een risico in voor de bescherming van de persoonsgegevens van wie werkt voor of gebruik maakt van overheidsdiensten. Denk maar aan de gezondheidsdossiers uit het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk.

Digitalisering bedreigt vooral overheidsjobs met laaggeschoolde of repetitieve taken: administratie, databeheer, facturatie,… Wie deze taken overneemt in de privésector doet dat onder slechtere arbeidsvoorwaarden: tijdelijk werk, schijnzelfstandigen, nul-uren-contracten, flexi-job,… Privatisering voedt sociale dumping.

Aanbevelingen van PSIRU op basis van hun onderzoek

  • Er is een alternatief kader nodig dat overheden niet dwingt te handelen als bedrijven in de privésector.
  • Onderzoek naar een intern alternatief vooraleer een dienst uit te besteden waarbij zowel kwaliteit als kostprijs gewogen worden.
  • Vakorganisaties raadplegen vooraleer outsourcing wordt ingeschakeld.
  • De normen verstrengen voor aanbesteders wat loon- en arbeidsvoorwaarden voor hun werknemers betreft.
  • Opstellen van regels voor meer transparantie over het beroep op consultants.
  • De aanwerving van personeel in een openbare dienst moet voorrang hebben op het consulteren van consultancybureaus. Zo concentreert de overheid zich op langetermijnresultaten met garantie van voldoende goed opgeleid eigen personeel.

Conclusie

Het openbaar karakter van de dienstverlening van de overheid beschermt de fundamentele belangen van de burgers. Het waarborgt gelijke toegang, kwaliteit, betaalbaarheid en transparantie. Duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid blijven voorop staan. Privatisering daarentegen verschuift de focus naar maximaal winstbejag. Dit leidt tot hogere prijzen, lagere kwaliteit en uitsluiting van kwetsbare bevolkingsgroepen. Het publieke karakter is noodzakelijk voor een eerlijke, democratische en inclusieve samenleving.

Bronnen:
EPSU Brochure , 45 p.
Artikel ICT&Healt – Google gebruikt medische data zonder toestemming

Pin It on Pinterest