De Vlaamse meerderheidspartijen N-VA, Open Vld en CD&V willen de openbare welzijnsverenigingen open breken voor privékapitaal. Daarvoor is een wijziging van het Decreet Lokaal Bestuur nodig.
Een eerste poging tot wijziging mislukte in november 2020. De Open brief van de vakbonden trok het publiek debat in gang. Ondertussen groeit ook het verzet tegen de concrete privatiseringsplannen van het Zorgbedrijf Antwerpen.
Perverse timing
Net op het moment dat het zorgpersoneel kraakte onder de tweede coronagolf brachten de Vlaamse meerderheidspartijen het voorstel tot decreetwijziging in het parlement. Ze riepen de coronapandemie zelfs in als reden tot hoogdringendheid. De decreetwijziging had echter niets met corona te maken, maar met de plannen van het Zorgbedrijf Antwerpen om privékapitaal aan te trekken. De oppositie in het Vlaams parlement verwees het wetsvoorstel naar de Raad van State, die de hoogdringendheid ongegrond verklaarde. Dit gaf ACOD de tijd om samen met de andere vakbonden de bedreiging van de publieke ouderenzorg onder de aandacht te brengen. De Open Brief telt inmiddels +2.800 ondertekenaars.
Wat houdt de decreetwijziging in?
De decreetwijziging maakt mogelijk dat openbare welzijnsverenigingen privaatrechtelijke structuren oprichten, zoals vzw’s en vennootschappen. Externe winstgerichte vennootschappen kunnen hierin participeren tot 49% van het kapitaal.
Hoe werkt het winstmechanisme?
Naast de uitbating van de ouderzorg vormt vooral het onderliggende vastgoed een belangrijke bron van private winsten. Vastgoedbeleggers bouwen of kopen zorgvastgoed en verhuren dit vervolgens door aan de vzw’s die instaan voor de zorg zelf. De huurcontracten zijn langlopend en de huurprijzen extreem hoog. In publiciteit naar beleggers spreken ze over ‘gegarandeerde huurinkomsten’ en ‘geen risico op leegstand’.
Op die manier zetten vastgoedbeleggers ook druk op de dienstverlening. Bij de splitsing tussen vastgoed en zorgverlener hangt deze laatste vast aan het vooropgestelde rendement.
De overheid als sponsor
De Europese wetgeving bestempelt de zorgsector als ‘economische dienst’. De Vlaamse overheid is verplicht om commerciële, social-profit en openbare woonzorgcentra gelijke subsidies te geven. Het gaat om een essentiële dienst waar de samenleving niet zonder kan. De garantie van deze vaste inkomstenstroom met weinig risico maakt de ouderenzorg voor vastgoedgroepen heel lucratief. Ongeveer 60 tot 65% van hun inkomsten romen ze af van publieke financiering.
Winst ten koste van bewoners en kwaliteit
Uit de studie van de Socialistische Mutualiteit weten we dat de dagprijs in een commercieel rusthuis fors hoger ligt dan in een openbaar woonzorgcentrum: 64,66 euro tegenover 56,27 euro. Daarnaast is er een verschil in inzet van personeelsleden. Per 100 bewoners zijn er 33 personeelsleden in de for profit-sector, 39 in de social-profit (vzw-rusthuizen) en 44 in de openbare woonzorgcentra (non-profit). Commercialiseren is meer betalen voor minder zorg.
Momenteel staan 13 Vlaamse rusthuizen onder verhoogd toezicht. 12 zijn commerciële spelers en 1 social-profit.
Belegging in plaats van sociaal basisrecht
Voor zorgmultinationals zijn woonzorgcentra en hun bewoners louter activa die moeten renderen. Rendement is wat telt. Zo besliste Armonea om een woonzorgcentrum in Molenbeek te sluiten wegens niet winstgevend genoeg. 140 bewoners en 108 werknemers staan in de kou. Enkele jaren geleden ging in Dendermonde een privaat woonzorgcentrum failliet. Het lokale OCMW mocht dan instaan voor de oplossing. Als de privé vertrekt, moet de overheid het oplossen.
Maatschappijmodel
ACOD heeft er mee voor gezorgd dat deze decreetwijziging onderwerp werd van een maatschappelijk debat. Want hier staan twee visies tegenover elkaar, zoals Dries Goedertier (studiedienst ACOD) aangaf op de actie van 31 mei tegen de privatisering van het Zorgbedrijf Antwerpen: “Willen we een samenleving waarin openbare diensten werkelijk in dienst staan van het algemeen belang? Of willen we een samenleving waarin publieke subsidies verdwijnen in de kluizen van een kleine geldelite? Kiezen we voor een samenleving met sterke openbare diensten? Of dragen we vitale levensbehoeften over aan de marktlogica en het winstbejag?”
Bewuste politieke strategie
In het concrete voorbeeld van Zorgbedrijf Antwerpen zien de voorstanders het opsplitsen van het bedrijf als oplossing. De publieke instelling botst immers op heel wat nadelige factoren:
- Door de takshift betalen private spelers minder patronale bijdrage dan de publieke.
- De regering Michel voerde de vennootschapsbelasting in voor Intergemeentelijke Samenwerkingen.
- Het stadsbestuur van Antwerpen besliste dat het Zorgbedrijf zelfbedruipend moet worden en bouwt de financiering af.
- De responsabiliseringsbijdrage voor de statutaire pensioenen loopt op door de aanwervingsstop van statutairen.
Al deze elementen hebben 1 ding gemeen: zij zijn het gevolg van politieke beslissingen ingegeven door eenzelfde visie. Namelijk een afkeer van wat collectief en publiek is en het opdringen van de marktlogica in elk aspect van de samenleving.
Het is een strategie die de N-VA volgt overal waar ze de macht heeft. In de regering Michel, in de Vlaamse regering, in het stadsbestuur van Antwerpen en als alleenheerser in het gemeentebestuur van Edegem. De plannen van het Zorgbedrijf Antwerpen zijn hiertegen geen weerwerk. Integendeel. Zij zijn een realisatie ervan.
Bron: dossier ACOD Studiedienst van Dries Goedertier
Lees ook
Privatiseringsplannen van Zorgbedrijf Antwerpen
Stadsbestuur Antwerpen gaat voor privatisering Zorgbedrijf
Opinie – Openbare zorg als beleggingsproduct?
Lees het opiniestuk op Sociaal.net