Bescherming van syndicale militanten in de publiek sector

De publieke sector kent op enkele uitzonderingen na geen sociale verkiezingen. De bescherming die de wetgeving biedt in bedrijven met sociale verkiezingen geldt daarom niet. Door het vast statuut van ambtenaren was deze bescherming in het verleden misschien ook minder nodig. Vandaag zijn er echter vele contractuele collega’s actief in de vakbonden. 
Niemand mag worden afgerekend of gehinderd in zijn loopbaan omwille van een syndicale inzet. Dit staat in de volgende wetgeving:

Wetgeving Syndicaal Statuut

Het KB van september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 op het Syndicaal Statuut stelt in Hoofdstuk VI art.87:

De bepalingen betreffende:
1° de tuchtregeling en de tuchtstraffen
2° de schorsing in het belang van de dienst
3° het ontslag van ambtswege
4° de afdanking
mogen niet worden toegepast op de vakbondsafgevaardigden voor de handelingen die zij in die hoedanigheid verrichten en die rechtstreeks verband houden met de door hen uitgeoefende prerogatieven.
Die handelingen mogen geen invloed hebben op het opstellen of het wijzigen van hun beoordeling, van enige ander waardebepaling of van enig ander gelijkwaardig rapport.

Wet bescherming tegen pesterijen

Definitie van pesterijen op het werk opgenomen in de Wet van 11 juni 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werkt.

Hoofdstuk II Artikel 32ter

2° Pesterijen op het werk: een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen, buiten of binnen de onderneming of instelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon waarop deze afdeling van toepassing is bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd en die zich inzonderheid uiten in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met leeftijd, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, geslacht, seksuele geaardheid, genderexpressie en genderidentiteit.

Pin It on Pinterest