Op initiatief van Vlaams minister Crevits (CD&V) loopt er momenteel een overlegtraject voor de aanpak van de problemen in de kinderopvang. ACOD LRB bracht haar militanten uit de sector samen voor de visie en verzuchtingen vanuit de werkvloer. Meermaals kwam de vraag op of politici en beleidsmakers wel voeling hebben met de realiteit?
Kernvragen voor ons overleg waren:
- Hoe het beroep van kindbegeleider aantrekkelijker maken?
- Hoe zorgen voor minder uitstroom en meer instroom?
Naast collega’s uit de publieke kinderdagverblijven was ook de buitenschoolse kinderopvang betrokken.{seog:disable}
Lijst pijnpunten
Werdruk
- Kern is en blijft de hoge begeleider-kindratio. Die moet omlaag. De Vlaamse regering heeft een studie besteld om de vergelijking te maken met de ons omliggende landen. Dat de normen in Vlaanderen hoger liggen, is geweten. De studie moet ook onderzoeken op welke manier de kinderopvang met een lagere ratio georganiseerd en gefinancierd wordt. Resultaat hiervan verwachten we tegen april 2023.
- Alles draait rond de norm, bezetting, cijfers. Een economische visie wordt opgedrongen. Om een hoog gemiddelde aanwezigheid van kinderen te halen, schrijven voorzieningen te veel kinderen in. Dit wreekt zich extra op de piekmomenten.
- Aandachtspunt: vrijwilligers worden soms meegerekend voor de noodzakelijke bezetting. Dat hoort niet.
- De administratieve last is sterk gestegen.
- Opvangen van kinderen die extra zorg vragen wordt moeilijk. In de buitenschoolse opvang zijn er tegenover vroeger meer kinderen die nog niet zindelijk zijn, meer kinderen met een beperking. Maar er zijn geen extra handen.
- Verticale groepen vragen meer van een kindbegeleider dan groepen van eenzelfde leeftijd. Beleid vertrekt vanuit de theorie met onvoldoende oog voor de praktijk.
Flexibiliteit
- Er is onvoldoende stabiliteit en continuïteit door de onderbezetting. Dit verhoogt de flexibiliteit. Uurroosters die wijzigen, invallen in andere locaties, vraag om stand by te zijn,…
- Mobiele ploeg: moet werkbaar blijven, ‘vlinder’ zijn = eigen keuze.
- Vrije dag bij vb. 4/5 regime wordt door de werkgever flexibel ingevuld. Er is druk op wie vasthoudt aan een vaste vrije dag.
- Cascade nodig: 1. voldoende personeel, 2. vlinder per locatie op basis van vrijwilligheid, 3. pas dan reserve, 4. uitzonderlijk via verstoring (oproep).
Grenzen
- Kindbegeleiders werken met het hart. Daar wordt misbruik van gemaakt. Men rekent er op dat je het blijft bolwerken ondanks alles. Dit gaat ten koste van het eigen welzijn.
- Grenzen (collectief) bewaken is nodig, vb. flexibiliteit, werkdruk, druk ouders, druk beleid…
Onvoldoende waardering
- Kindbegeleiders voelen zich niet gewaardeerd. De sfeer naar hen is vaak betuttelend of neerbuigend.
- Kwaliteit van leiding geven soms bedenkelijk vb. geen persoonlijke communicatie, bangmakerij,…
- Gemengde gevoelens bij aanstelling van pedagogische coaches: kindbegeleiders werken ook heel sterk vanuit pedagogische visie. Waarom wordt dat niet gewaardeerd of gevalideerd? Alsof zij enkel instaan voor het eten geven, pampers verschonen, e.d. Wat met alle bijscholingen die ze volgen?
- Er is geen validatie van ervaring. Er is geen enkele doorgroeimogelijkheid binnen het beroep, zelfs geen 3e trap in de functionele loopbaan.
Schrik
- Mensen moeten heel veel inslikken. De voorzieningen zijn bang voor klachten van ouders en negatieve media. Wordt niet in dank afgenomen als je iets aankaart of wat misloopt benoemt.
- Front vormen met ouders mag niet: ‘ouders niet ongerust maken’.
- Onzekerheid: er kan altijd eens iets gebeuren. Met de huidige mediaberichten wordt het soms uitvergroot of uit de context gehaald. Op de duur ben je bang om je job nog te doen. Ligt ook allemaal heel gevoelig bij ouders. Ouders reageren soms onredelijk.
Verloning
- In systeem Kelchtermans zijn de kindbegeleiders geblokkeerd in de loonschaal C1-C2. De doorgroei naar C3 is tot nu niet gerealiseerd. Met de invoering van de nieuwe IFIC-schalen is daar ook geen perspectief voor. Want de IFIC-schaal was vanaf 18 jaar zelfs nog lager. Voor de collega’s die langer in dienst zijn, maakte het VIA6-akkoord ondanks hun lange ervaring geen verschil. De beloofde validatie van de inzet tijdens de coronaperiode bleef dode letter.
Ondersteuning
- In het verleden zijn er initiatieven genomen om de kindbegeleiders beter te ondersteunen. Maar die steun is in de praktijk onvoldoende of zelfs onbestaande.
- Ondersteuning bij opvang kinderen met een beperkting buitenschoolse opvang: extra ondersteuning komt er enkel als ouders dit aanvragen. Vaak gebeurt dit niet. De steun betekent geen extra handen op de werkvloer.
- Functie van coaches: heel veel twijfel over nut hiervan. Is een studierichting in de hoge school. Zijn geen extra handen op de werkvloer. Pedagogisch aspect zit ook mee in de functie van kindbegeleider en bijscholingen. Meerwaarde?
- Er is nood aan meer handen op de werkvloer. Allerlei ondersteuning ‘in de rand’ levert die niet;
Ergonomie
- Te weinig consultatie van de werkvloer bij de inrichting van kinderdagverblijven e.d.
- Dure nieuwbouw, maar niet aangepast aan de kinderen of de job.
Instroom/uitstroom
- Uitstroom: aanslepende situatie en huidige druk via negatieve media zorgen voor een grote uitstroom vb. in Antwerpen 16 collega’s die op enkele maanden zelf ontslag namen.
- Instroom: een deel van wie de opleiding volgt, komt toch niet werken in de sector. Stagiairs verschieten vaak over de grote kloof tussen wat ze leren in de opleiding en de praktijk.
- Interims kunnen niet altijd doorstromen naar reguliere vacatures.
Keerpunt
Hopelijk zijn we nu op een keerpunt gekomen en kunnen we bouwen aan een betere toekomst. We zijn alvast samen in actie gekomen: voorzieningen, personeel en ouders.
De beleidsmakers kunnen niet meer om ons heen. Er moet iets veranderen!
- 9isteveel. De begeleider-kindratio moet naar beneden.
- Waardering voor wie in de kinderopvang werkt, want hun werk is enorm waardevol voor de generatie van de toekomst.
- Waardering en validering van de ervaring en pedagogische kwaliteiten van de kindbegeleiders.
- Voor een werkorganisatie die haalbaar is met duidelijke grenzen aan flexibiliteit.
- Voor een werkomgeving waar ieder zich op zijn gemak voelt, zonder repressieve druk en met zorg voor ieders welzijn.
Knelpuntberoep?
Beroepskeuze was een thema dat aan bod kwam op de Denkdag Gender van ACOD LRB op 15 februari 2023.
Genderrollen leren kinderen van bij de geboorte door de voorbeelden die zij zien in hun leefomgeving. De kijk op mannelijkheid en vrouwelijkheid in onze samenleving zorgt er nog steeds voor dat jongens die iets zogenaamd ‘meisjesachtig’ willen, daar een afkeurende reactie op krijgen. Veel meer dan meisjes die ‘jongensachtig’ doen, want dat staat nog stoer.
In de kinderopvang vind je heel weinig mannelijke collega’s ook al werd de functiebenaming genderneutraal gemaakt. In hoeverre heeft dat met maatschappelijk denkpatronen te maken? Is het voor vrouwen meer aanvaardbaar om vb. bij de politie te gaan, dan voor mannen om voor de kinderopvang te kiezen? ?
Het onderwijs voert campagne naar meisjes om voor een STEM*-richting te kiezen. Heeft de kinderopvang nood aan een campagne om mannen aan te sporen om voor de sector te kiezen? Weten we of de VDAB deze opleiding voorstelt aan mannen?
Is kindbegeleider echt een knelpuntberoep? Of vergeten we hier een belangrijk potentieel aan te spreken?
*STEM staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics = wetenschappelijke en wiskundige richtingen.